Nepal - een Dal Bhaat van cultuur en natuur

5 december 2016

Laat ik beginnen met uitleggen wat Dal Bhaat is. Het is hét gerecht van Nepal, bestaande uit rijst, linzensoep, aardappelen, pickle, spinazie en papad. Het is van alles een beetje, dat begrijp je waarschijnlijk al. Nepal is precies zo. De Himalaya met witte stijle bergen loopt over isnheuvels, die langzaam overgaan in een landschap met hoog gras en neushoorns.

Ik begin met de Himalaya, het pronkstuk van Nepal. Trekken is iets wat je echt niet mag missen in Nepal. Zelf ben ik naar Annapurna Base Camp geweest. Je kan de besneeuwde bergtoppen vanuit het vliegtuig al zien, vanaf je slaapkamer bij vrijwilligerswerk en als je in Pokhara bent, maar je ervaart het pas echt als je de Himalaya binnen komt via bijvoorbeeld ABC. Er is niet veel vergelijkbaars met het moment dat je in ABC bent, omringd met witte toppen, een warme kop thee drinkend en de stilte die je dan kan horen (of juist niet kan horen). Het uitzicht is met geen pen te beschrijven en, letterlijk en figuurlijk, adembenemend. Je moet er wat voor over hebben, maar zoiets ga je niet vaker zien. In de avond is het koud en de muren van de teahouses zijn niet dikker dan een halve centimeter, maar de eethallen zijn warm en je maakt snel vrienden met andere trekkers. Elk dorpje kom je ze weer tegen, ze gaan immers dezelfde kant op. Samen klaag je over de prijzen die hoger worden naarmate je stijgt en overleg je of je nu een Mars gaat eten of een andere keer. Veel gesprekken gaan over eten; wanneer en waar, hoe het smaakt vergeleken andere dorpjes. Het menu is in het hele gebied hetzelfde, dus na een aantal dagen hoef je niet meer op de kaart te kijken. Ik zou nog veel langer door kunnen schrijven over eten en de bergen, maar dat laat ik maar. Het is te mooi voor woorden, je moet het maar eens Googlen.
De heuvels zijn namelijk heel anders. Drukker, groener, warmer, smeriger en stoffiger. Je merkt denk ik wel waar mijn voorkeur naar uit gaat. Kathmandu is een van de steden die tussen de heuvels is gelegen. Het is een drukke en vieze stad, maar de steden er omheen zijn leuker. In Patan, Bhaktapur en Boudha krijg je pas het gevoel dat je in een oude historische stad bent. Toch zie je overal hetzelfde: afval. Overal ligt afval op straat en hoopjes vuil die branden met dikke pluimen rook. Niet zo gek dat veel mensen hier met een mondkapje lopen. Maar geven ze niet om het milieu of zijn ze het niet gewend? Met KRMEF knutselden we vuilnisbakken in elkaar met borden 'geef om het milieu, gooi je afval hier'. Na een week waren de vuilnisbakken weg, met bord en al. Het word aangemoedigd om je plastic zakjes en snoeppapier uit het raam van de bus te gooien. Zelfs een van de meest heilige rivieren, Bagmati, is grijs en dat komt zeker niet alleen door de as van de rituele crematies die daar plaats vinden. Het is verdrietig om te zien dat zo een prachtig land is bedolven onder een deken van plastic.
De Himalaya is het ene einde van dit deken, want in de Annapurna Region heb ik bijna geen zwerfafval gezien. Het andere einde is in het platte gedeelte van Nepal, waaronder Chitwan National Park. Na 6 uur rijden begeef je je opeens in een Afrika-achtig landschap met tijgers, olifanten, neushoorns en krokodillen. De sfeer is hier beter, de mensen lijken weinig haast te hebben en je hoort (relatief) weinig toeters. De safari is alleen handig in de winter, want door het 4 meter hoge gras kon ik vrijwel geen wilde dieren zien. Wel kon ik de heuvels zien, waarachter India zich verscholen hield.
Pokhara had net zo een relaxte sfeer als Chitwan. Gelegen aan een meer is dit de perfecte stad om je voor te bereiden op een trekking of om juist lekker te rusten (en misschien paragliden). 'S avonds is het lekker om bij het meer te zitten, de zon onder te zien gaan en vervolgens een scala aan kleuren te zien op de Annapurna Range die weerspiegelt in het meer. Ik herinnerde me een les Nederlands toen ik in Pokhara was. "Show, don't tell" werd ons geleerd, maar sommige dingen zijn te moeilijk om te beschrijven.
Het beeld van de natuur is denk ik wel geschetst, niet waar? Nepal heeft alles, ook wat cultuur betreft. Een gids vertelde mij dat er drie religies in Nepal zijn: boeddhisme, hindoeïsme en toerisme (grapjas). Maar je kan niet om de eerste twee heen. Overal zie je tempels, beelden en stupa's. Groot, klein, steen, hout, gekleurd en verborgen op straat.
De mensen in Nepal zijn zo ontzettend vriendelijk. Ze helpen je graag, wijzen je de weg, zijn gastvrij en willen graag vrienden worden. Het is eerst even wennen, want soms is het wat overweldigend. En, oh ja, je bord word bijgevuld tot je ontploft, maar probeer jij maar eens 'nee' te zeggen tegen deze mensen.
Er is te veel om te vertellen en 'show, don't tell' is lastig zonder foto's. Nepal is als Dal Bhaat, een kaasplankje of als tapas. Anyway: ga naar Nepal! Mijn Nepal episode zit er bijna op, maar gelukkig heb ik nog 2 maanden te gaan in Myanmar en Vietnam! Namasteeeee