Annapurna Sanctuary trekking

28 november 2016 - Annapurna Conservation Area, Nepal

Van 13 november tot 27 november ben ik met een groep van 14 trekkers, 2 gidsen en 5 porters in de Annapurna Range gaan wandelen. Iets wat ik nooit meer zal vergeten.

We ontmoetten elkaar in Kathmandu en er was meteen een klik. De groep was heel divers, maar het was gelijk gezellig. We bezochten Patan Durbar Square, een gigantische Stupa in Boudha, de apentempel waar ik al eerder was geweest en een organisatie genaamd SASANE. Deze organisatie redt meisjes van mensenhandel en leert ze vervolgens Engels, zodat ze in de organisatie verder kunnen groeien. De meisjes, inmiddels volwassen vrouwen, waren allemaal super lief en hielpen ons met het maken van momo's... Ze hebben erg om ons moeten lachen, aangezien onze momo's op drollen leken.
De volgende dag stapten we in de bus, die ons na 7/8 uur in Pokhara afzette. Het viel meteen op dat Pokhara vele malen leuker is dan Ktm. Het was schoner en had een prachtig meer. Dit was echter niet ons beginpunt voor de trekking, want de volgende dag bracht een andere bus ons naar Nayapul. Onze eerste dag was gelukkig een rustige dag, niet wetend dat deze de aankomende 9 dagen niet meer voor zouden komen. Hierna maakten we kennis met ons eerste teahouse en ik vond het gelijk geweldig. Het was koud en de muren waren niet dikker dan een halve centimeter, maar het was knus en dat maakte alles goed.
De volgende dag zou onze zwaarste dag zijn. In een ochtend stegen we 400 meter met trappen, trappen en nog meer trappen. We waren nog niet eens op hoogte, maar we waren al meteen buiten adem... Dit werd een zware tocht dachten we. Gelukkig werd het daarna beter, ''Nepali flat'' op precies te zijn. Eerst omhoog, dan omlaag, dan omhoog, om vervolgens weer omlaag te gaan. Uiteindelijk kwamen we aan, namen een douche, aten ons avondeten en gingen slapen. Dit werd uiteindelijk een routine. Elke dag na de hike deden we hetzelfde en elke avond aten we van hetzelfde menu. Gelukkig was de hike zelf elke dag anders!
Vrijdag 18 november stonden we om 4:00 op om richting Poon Hill te lopen voor de zonsopgang. Het was behoorlijk koud, maar na 200 traptreden had ik spijt dat ik twee broeken, twee shirts, een vest, een jas en handschoenen aanhad. Het uitzicht maakte alles goed, want dit was de eerste keer dat we de hele Annapurna Range konden zien: Annapurna South, Annapurna One, Himchulli en Fishtail waren nu zo dichtbij! We wandelde weer voor ongeveer 6 uur, net als de volgende dag. We daalden telkens af naar de rivier, om deze vervolgens over te steken met een enge hangbrug en daarna weer omhoog te gaan. We snapten er niks van, want het voelde niet alsof we omhoog gingen! 
Op maandag 21 november stond dan eindelijk de grote dag voor de deur: Annapurna Base Camp stond op het menu. Deze keer daalden we niet af, maar stegen we langzaam naar ABC. De trail bracht ons langs de rivier, omringd door hoge muren van steen en af en toe wat sneeuw en ijs. We aten onze lunch in Fishtail Base Camp, waarna we nog 2 uur moesten lopen tot ABC. Na een uur kwamen de drie teahouses in zicht en ik kon me voorstellen hoe het uitzicht zou zijn in ABC. Ik had gelukkig geen last van de hoogte, zoals veel mensen van mijn groep. Ik voelde me op deze hoogte eigenlijk veel beter! De lucht was schoon en lekker fris, misschien lag het aan mij. Het was een vreemd moment toen ik samen met Steffi aankwam in Base Camp. Het voelde als het einde van onze tocht, maar we moesten nog 4 dagen terug lopen. We maakten foto's en genoten van het uitzicht, wat met geen pen te beschrijven is. Ik ga het toch proberen: Overal om ons heen waren bergen, we waren letterlijk in de Himalaya aangekomen. Aan de ene kant Annapurna, met een gigantische klif die uitkwam op de gletsjer; aan de andere kant Fishtail, die van dichtbij helemaal niet meer op een vissenstaart leek. 
We aten in de avond met z'n allen Dal Bhat en probeerden daarna te slapen. Tevergeefs wilde ik nog foto's maken van de sterren, maar het was te koud en het lukte niet. Ik sliep niet lekker. Elk uur moest er wel iemand naar het toilet en werden we allemaal wakker van de piepende deur. Het was lastig om te ademen en ik was gelukkig niet de enige met een heftig bonkend hart. We werden wakker met hoofdpijn (ik niet heel erg) en dikke wallen onder onze ogen.
De weg terug was even mooi als de weg naar ABC toe. We dansten met de porters op hun laatste avond, daalden weer af tot de rivier, sprongen in de rivier om daarna in een hotspring te gaan en ik probeerde mijn wandelstokken te gebruiken, wat resulteerde in wandelen zonder stokken. De laatste dag liepen we maar 2 uur, maar we gingen alleen maar naar beneden en ik kreeg nog meer last van mijn knie. We waren blij dat we aan waren gekomen en ik had besloten om te gaan paragliden. Wat onwijs gaaf was! 
We reden terug naar Kathmandu de volgende dag en namen afscheid. Het was vreemd om afscheid te nemen, omdat we niet wisten of/wanneer we elkaar weer zouden zien (enige minpuntje van reizen). Ik nam de meest verschrikkelijke bus naar KRMEF en het voelde alsof ik thuiskwam. Morgen ochtend naar Chitwan! Namasteeeeeeeeeeeee